10 gouden regels voor de opdrachtgever
1. Behouden gaat voor vernieuwen
Dat behouden voor vernieuwen gaat mag als een hoofdregel gelden. De restauratieladder geeft een wat verder houvast om te beoordelen of conserveren, repareren of vernieuwen de beste aanpak is. Volg de regel 'behoud gaat voor vernieuwen' niet krampachtig. Ook de beleving (het kunnen genieten) speelt een rol in de afwegingen. Bij het beoogde evenwicht vernieuwen we zo min mogelijk, maar waak ervoor daarin niet door te schieten. Een monument mag er oud uitzien en de sporen van jaren vertonen; het mag er echter niet verwaarloosd uit gaan zien.
2. De klant... is allereerst het monument
De gebruiker van het gebouw is een passant. Mensen werken er (soms vele) jaren en uiteraard hebben ze recht op een goede, gezonde en veilige werkplek. Maar eisen die worden gesteld veranderen meestal sneller dan de mensen die in het monument werken. Wees kritisch waar het de eisen en wensen van de gebruiker betreft. Probeer te voorkomen dat telkens in het monument ingegrepen moet worden. Denk vooruit; streef naar aanpassingen die weer gemakkelijk ongedaan gemaakt kunnen worden... het liefst zonder dat ze sporen in het monument achterlaten.
3. Een goede voorbereiding is het halve werk
Veel restauratie- en reparatiewerk (sommigen zeggen: het meeste) heeft betrekking op eerder restauratie- en reparatiewerk. Het loont de moeite om onderhoudswerken zorgvuldig voor te bereiden en uit te voeren; om niet zomaar het standaardmateriaal toe te passen of een doorsnee bouwvakker aan het werk te zetten. De initiële kosten zijn dan wellicht hoger, maar die worden meestal gemakkelijk terugverdiend.
4. Ervaring en vakbekwaamheid
Kennis en ervaring zijn de sleutels tot vakbekwaamheid. Een verkeerde aanpak blijkt soms direct, in andere gevallen pas na enkele jaren. Kies -zeker op die plaatsen waar het er echt toe doet- voor mensen met bewezen kennis en ervaring.
5. Wonderen bestaan niet
Wonderen bestaan niet; wondermiddelen en wondermaterialen dus óók niet. Beoordeel materialen en toepassingen daarom niet alleen op hun (al dan niet voorgewende) geschiktheid. Hou ook steeds rekening met het feit dat materialen en toepassingen eindig zijn. Ooit moeten ze vervangen (kunnen) worden of gerepareerd. Hou daar ook steeds rekening mee en met de gevolgen die reparatie of vervanging met zich mee zullen brengen.
6. Niemand heeft de wijsheid in pacht
Niemand heeft de wijsheid in pacht en bij een divers vakgebied als monumentenzorg geldt dat zeker. Overleg dus altijd met anderen, ook uit andere vakgebieden, over de juiste aanpak. Kijk ook zo veel mogelijk mee over de schouders van degenen die het werk uitvoeren. Wees niet bang een pottenkijker te zijn. Laat waar nodig een proefstuk maken zodat u kunt beoordelen wat het resultaat zal zijn.
7. Duurzaamheid hoort bij monumenten
Een monument is door zijn leeftijd al heel duurzaam. Maar de verduurzaming van een monument is niet altijd makkelijk: energiebesparing en minder milieubelasting kunnen ingrepen vragen die op gespannen voet staan met de monumentale waarde. Maar met creatief maatwerk is vaak een goede balans te vinden tussen monumentale waarden, gebruikscomfort, verduurzaming en kostenefficiency.
8. Hou rekening met onvoorzien
Contractstukken – zelfs bestek en tekeningen – van eerdere werkzaamheden zijn onbetrouwbaar. Ze vertellen hoe men de uitvoering had gedacht, niet wat er is uitgevoerd. Wees alert op andere uitvoering dan beschreven en zorg dat u die in het werk kunt opvangen.
En voor de toekomst: leg vast wat is gedaan, en waarmee en hoe. Dat scheelt een hoop zoekwerk in de toekomst.
9. Instandhouding is een must
Niet iedere monumenteneigenaar is trots op zijn bezit. Doelbewuste verwaarlozing komt soms voor. In een enkel geval moedwillig om het uiteindelijk te kunnen slopen. Sinds de nieuwe Erfgoedwet kan dat niet meer. De gemeente zal optreden als een eigenaar zo erg in gebreke blijft dat er schade aan het monument ontstaat.
10. Vergunningvrij is niet vogelvrij
Gaat het om een beschermd monument, dan is voor veel ingrepen een vergunning of een melding vereist. In de praktijk legt elke gemeente zijn eigen grens tussen ‘normaal onderhoud’ en een wijziging. Als de werkzaamheden vergunningvrij zijn, moet u nog wel aan (algemene) regels voldoen. Informeer de gemeentelijke monumentenautoriteiten tijdig. Op www.monumententoezicht.nl vindt u een overzicht van wat gemeentelijk toezichthouders belangrijk vinden.