Aanwijzing tot monument

Rijksmonumenten

De Minister wijst de beschermde monumenten aan. Dat geldt ook voor stads- en dorpsgezichten. In de praktijk regelt de RCE de aanwijzing of het schrappen van een monument. Het rijksbeleid is dat slechts terughoudend gebruik wordt gemaakt van de aanwijzingsbevoegdheid. De RCE heeft een standaard ontwikkeld voor de waardering van monumenten. Voor een aanwijzing wordt veelal een bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd. Bij een aanwijzing gaat het om een weging van de belangen van een eigenaar en het algemene belang van bescherming van het cultureel erfgoed. In de praktijk zijn de belangen van de eigenaar vrijwel nooit een argument voor afwijzing van een aanwijzingsverzoek.

Procedure

Vóór aanwijzing wordt in ieder geval advies gevraagd aan burgemeester en wethouders van de gemeente waarin het monument ligt. De eigenaar kan tijdens de procedure zijn mening geven via een schriftelijke zienswijze en een hoorzitting. Een eigenaar kan geen verzoek indienen tot aanwijzing als rijksmonument. U kunt wel een suggestie voor aanwijzing doen.

Gemeentelijke of provinciale aanwijzing

Een provincie of gemeente kan ook monumenten of stads- en dorpsgezichten aanwijzen. Een eigenaar of belanghebbende kan zo’n aanwijzing ook aanvragen. Een verzoek moet bij de gemeente (of provincie) worden ingediend. Ook bij gemeentelijke “nominaties” kan de eigenaar zijn mening geven via een schriftelijke zienswijze en een hoorzitting.

Beschermde status

Een aangewezen monument wordt opgenomen in het monumentenregister. Alles wat in de omschrijving staat, valt onder de bescherming. De omschrijving is bedoeld als duiding en identificatie van het beschermde rijksmonument. De “redengevende omschrijving” is sinds de inwerkingtreding van de Erfgoedwet vervallen en geen onderdeel meer van het register. Bij twijfel of een onderdeel van een monument onder de beschermde status valt wordt gekeken naar de omschrijving in het (rijks)register of een actuele waardestelling.

Enkele lijnen uit de rechtspraak:

  • Zaken die onderdeel uitmaken van de hoofdzaak vallen onder de bescherming; dat geldt ook voor zaken die alleen met schade losgemaakt kunnen worden.
  • Bescherming richt zich niet alleen op de historische onderdelen, maar op het gehele gebouw.
  • Niet het kadastrale perceel is grondslag voor de bescherming. Een vrijstaande (niet monumentale) berging valt niet onder de bescherming.
  • Bij het verlenen van een omgevingsvergunning is de redengevende omschrijving bij de aanwijzing tot beschermd monument van belang. Een open zichtlijn die daar niet in is vermeld behoeft in het concrete geval geen bescherming.
  • Het belang van de ontwikkelaar weegt zwaarder dan het algemeen belang van behoud van een deel van het rijksmonument. Sloop van een deel van het rijksmonument betekent niet zonder meer dat overige delen hun status verliezen.

Zoeken

Thema's